De oefening met de linkerkolom

C0E98BB5-71E0-448B-9E07-306CA9834D02.jpeg

Als we de mentale modellen van anderen willen uitdagen, moeten we eerst inzien dat onze eigen mentale modellen ook vaak fout en onvolledig zijn. We worden er niet mee geboren. Mentale modellen zijn 100% nurture, not nature. Als kleuter leren we al om onze ware emoties te verbergen, als we onze zin willen krijgen. Je anders gedragen dan je denkt, tegenover anderen maar ook tegenover onszelf, is een basisinstelling. Dus eerst oefenen op je eigen mentale modellen is nuttig. Verander de wereld, begin bij jezelf!

In grote lijnen zijn we op zoek naar volgende symptomen:

Generalisaties en abstracties

Het brein maakt voortdurend abstracties, om energie te bewaren. Je kunt het moeilijk verhelpen, maar wel bewust van worden. Telkens als je veralgemeent, maak je een klein denkfoutje. Als die jobstudent op kantoor er 's morgens om 9 uur doorkomt, met kleine, rode oogjes, en slaperig achter zijn pc gaat handen, dan denk je, 'die heeft de hele nacht zitten gamen, Netflixen, of op café gehangen.' Mijn student is moe, studenten zijn moe van Netflixen en uitgaan, dus mijn student is uitgeweest, of heeft zitten Netflixen. Dat is een generalisatie. En we doen het voortdurend, op vaak op zeer subtiele manieren.

Lees ook: NIVEA -- niet invullen voor een ander.

Veralgemeningen zijn niet ongevaarlijk. Een extreem voorbeeld: als je vindt dat alle rijken arrogante bloedzuigers zijn op de maatschappij, dan wordt een slogan 'eet de rijken' opeens bespreekbaar. Een politiek voorbeeld: als we er van overtuigd raken dat alle immigranten onze jobs komen inpikken, dan wordt het bespreekbaar om ze allemaal terug te sturen naar hun land van herkomst, ongeacht.

Het verschil tussen informeren en overtuigen

Beroepshalve kom ik vaak in contact met methodologen die zich specialiseren in Agile bedrijfsvoering. Omdat ik ook werk binnen traditionele 'waterval-projecten' gaan ze er soms van uit dat, een veralgemening, ik niet weet wat de onderliggende waarden en principes van agile gedrag zijn. In sommige van die gesprekken krijg je het gevoel dat ze op je zitten in te praten als Jehovah's getuigen, met de bedoeling om mij te overtuigen van hun 'gelijk'. Zo word ik in de verdediging geduwd, en dat roept bij mij weerstand op. Langs mijn kant kan ik evengoed gaan generaliseren, en besluiten dat alle Agile coaches zeloten zijn.

De bedoeling van werken met mentale modellen is niet om te overtroeven. Je bent Socrates niet, die via listige dialoog de andere dwingt tot een erkenning van onwetendheid. Het is eerder de bedoeling om samen te ontdekken waar de mentale modellen langs beide kanten afwijken van, of conclusies trekken uit, de feiten.

Het verschil tussen wat gedacht wordt, en wat gezegd wordt

Senge noemt dit 'Het onder ogen zien van het verschil tussen verkondigde theorieën (wat we zeggen) en gepraktiseerde theorieën (waarnaar we handelen).' Ik kan onder vrienden verkondigen dat ik een groot supporter ben van goede doelen, maar in de supermarkt het standje van de Damiaanactie voorbijlopen, terwijl ik de andere kant uitkijk. Een ander voorbeeld, een veralgemening, is de manager die beslist om zelfsturende teams op te richten, maar toch de expliciete goedkeuring wil geven over elk nieuw project dat ze opstarten.

We herkennen het zo vaak bij anderen, maar niet noodzakelijk bij onszelf. Toch zijn we allemaal schuldig aan veralgemening, en dat is geen veralgemening. Dus wat kun je doen om dit gedrag bij jezelf te leren herkennen?

Het openbaren van de linkerkolom

Een eenvoudige oefening, die je thuis alleen kunt uitvoeren, is die met de linkerkolom. De situatie waar we van uit gaan is een moeilijk gesprek dat je recentelijk had met iemand anders. Moeilijk omdat het voor jou emotioneel was, moeilijk omdat je de ander een moeilijke of gênante boodschap trachtte te brengen, of moeilijk omdat er een conflict of impasse ontstond.

Neem een wit A4 blad in portretrichting, en een pen. Verdeel de pagina in de hoogte in twee kolommen. Boven de rechterkolom schrijf je 'wat gezegd werd', en boven de linkerkolom schrijf je 'wat ik dacht'. Het vervolg is duidelijk. Schrijf eerst in de rechterkolom op wat er tijdens het gesprek echt werd gezegd, zo woordelijk mogelijk. Het resultaat is een klein script of scenario van een gesprek.

Vervolgens schrijf je in de linkerkolom wat je aan het denken was, toen jij sprak, en toen de ander ander sprak. Dit is een persoonlijke oefening, dus tracht eerlijk te zijn met jezelf, tracht je eigen denken niet te verbloemen. Lees wat je werkelijk zei, en tracht je te herinneren welke gedachten er toen in je opkwamen. Zo zoek je naar momenten waar je A zei, terwijl je B dacht. Denk na:

  • Waar was je aan het veralgemenen?
  • Waar sprak je in abstracte bewoordingen?
  • Waar trachtte je te overtuigen in plaats van te ontdekken?

De oefening werkt natuurlijk het best onmiddellijk nadat je dat gesprek had, zodat je brein nog niet heeft kunnen rationaliseren wat je werkelijk dacht. De oefening werkt ook steeds beter naarmate je tijdens gesprekken bewust op die dingen leert te letten. Je bewust worden van je eigen mentale modellen is een potent middel, maar het vereist de nodige oefening.

Deed je het eerder, zo'n oefening? Probeer het, en laat ons weten wat je over jezelf leerde, we stellen dat op prijs.

Onze bron

Senge, Peter M. (1990). De Vijfde Discipline: de kunst en praktijk van de lerende organisatie. Scriptum Management, Nederlandstalige versie.

(Photo credit: Hannah Olinger via unsplash)