Hoe we mentale modellen bouwen

mentale modellen.png

In ons hoofd bouwen we voortdurend modellen, van hoe de dingen werken. Sommige zijn eenvoudig: we hebben een model van hoe de koffiezet werkt, of van de Aarde die rond de zon draait. Sommige zijn complex. We bouwen een model over hoe onze vrienden zich tegenover elkaar gedragen, maar we bouwen ook een model over hoe zij denken dat ik me gedraag tegenover hen.

Vandaag vertrekken we opnieuw van de master class Game Design & Theory van Will Wright, op MasterClass. Daarin legt hij helder uit hoe mentale modellen opgebouwd worden.

Wanneer we mentale modellen bouwen vertrekken we van de data rondom ons heen. De informatie die we van de wereld ontvangen. We zien voorwerpen, gezichten, mensen, steden, natuur, alle dingen om ons heen, en we zien dingen gebeuren, van kleine acties tot grote evoluties. Alles wat onze zintuigen ons rechtstreeks aanreiken is informatie, data.

In die data herkennen we patronen. We kunnen de zon zien, dat is data, maar we kunnen ook ontdekken dat ze elke ochtend opkomt in het Oosten, en gaat slapen in het Westen, telkens opnieuw. Dat is een patroon. Een patroon is orde, herhaling, compositie.

Uit die patronen bouwen onze hersenen schema’s. Schema’s zijn archetypes van voorwerpen of concepten. Het is wat Plato een vorm genoemd zou hebben, in zijn allegorie van de grot. We hebben een schema van materiële voorwerpen, zoals een peer, een auto, of een clown, maar ook van abstracte concepten, zoals een mop, een goedkeuring, of geneeskunde. Onze hersenen bevatten miljoenen dergelijke schema’s, die we ons moeiteloos voor de geest kunnen halen.

Die schema’s leggen we samen, als componenten, tot modellen. Modellen zijn wat we systemen noemen: een verzameling van componenten die met elkaar verbonden zijn, zodat ze elkaar beïnvloeden. Als één van de componenten wijzigt, beïnvloedt dat alle andere elementen in het model, rechtstreeks of onrechtstreeks.

Mentale modellen bepalen ons gedrag

Het is tegenover de modellen in ons hoofd dat we onszelf in de wereld gedragen. Als we de wereld om ons heen interpreteren verwachten we coherentie met de modellen. Ze bepalen hoe we de wereld interpreteren en er in handelen. We geloven ze, en handelen ernaar. We vertrouwen er op met ons leven. Als ik aan een touw boven de afgrond ga hangen, dan durf ik dat omdat ik een mentaal model heb van hoe sterk een touw kan zijn.

Modellen werken daarin compleet anders dan pakweg normen en waarden. De meeste mensen hebben er geen problemen mee om hun eigen waarden te overtreden, als het er op aan komt. We kunnen visie A verkondigen, terwijl we B handelen. En dat hoeft niet eens bewust te zijn. Iedereen doet dat ook onbewust. Maar met mentale modellen is het anders: we kunnen niet onbewust tegen onze mentale modellen handelen.

Toch zijn mentale modellen niet noodzakelijk gebonden aan de werkelijkheid, soms zijn ze bewuste ficties. Als we gamen, bouwen we een mentaal model van een compleet virtuele wereld. Daar blijken we geen enkele moeite mee te hebben. Goochelaars maken daar handig gebruik van. Die slagen er in om ons tijdelijk een vals mentaal model voor te houden met de ene hand — die munt zit hier — terwijl ze ons bedotten met de andere.

Het feit dat mentale modellen (a) niet noodzakelijk waar zijn, en (b) we ze onbewust altijd volgen, kan, zoals je begrijpt, leiden tot interessante inzichten. Daar gaan we graag later op verder.