Spelen is leren over de toekomst

AA94F604-80AA-477E-9A53-2507BB8872A7.JPG

De meeste van ons kennen voldoende de regels om ons in de wereld succesvol te gedragen. We trachten niet te vliegen vanuit ons raam, en we duwen onze baas niet omver voor ons amusement. We weten dat beide gevallen niet goed voor ons zullen aflopen. En we kunnen dat, omdat we in ons hoofd allemaal een voorstelling gemaakt hebben van hoe de wereld nu feitelijk werkt, wat de ‘regels’ zijn. We weten dat we niet omhoog vallen, en dat mensen omverduwen onbeleefd is. Aan dat beeld van de wereld werken we ons hele leven verder. Dat beeld noemen we een mentaal model. Mentale modellen zijn hoe we zin maken van de wereld rondom ons.

Ik schreef al eerder over de verschillende manieren waarop we kennis verwerven over de wereld rondom ons. Er is een directe manier, dankzij onze zintuigen: we ruiken, smaken, voelen, horen, en zien. Maar die zijn beperkt. Onze eigen ervaring is klein en lokaal. Ik schreef ook dat er een indirecte manier is om te leren uit de wereld rondom ons: dankzij de verhalen van anderen.

Maar er is nog een 2de indirecte manier om te leren: spelen.

In de MasterClass app, waarin celebrities hun eigen ‘master class’ presenteren in hun respectievelijke vakgebieden, is een bijzonder interessante cursus te vinden van Will Wright, rond Game Design & Theory. Wright is het brein achter world-building games als SimCity, The Sims, en Spore). Hij weet ook bijzonder intelligente dingen te vertellen over systeemdenken en mentale modellen. Zo maakt hij ook de vergelijking tussen verhaal en spel.

Spel en verhaal zijn als de beide zijden van één munt. Ze hebben een zeer interessante relatie met elkaar. En het zijn de 2 indirecte manieren die we hebben om over de wereld te leren. Beiden laten ons toe om betere mentale modellen te bouwen van de wereld rondom ons.

Verhalen zijn bijzonder krachtig, maar hebben ook nadelen. Ze zijn passief, we kunnen ‘enkel’ luisteren. Verhalen vereisen analyse. Mentaal halen we ze uit elkaar en halen er de elementen uit die nuttig voor ons zijn. Als onze buurman komt vertellen dat er in het noorden veel droog hout en herten te vinden zijn, maar dat er ook de occasionele beer rondloopt, dan halen we dat verhaal uit elkaar, want het bevat verschillende elementen die nuttig zijn op een verschillende manier. Verhalen vereisen deconstructie.

Maar deconstructie leidt tot componenten. Als we naar een cowboyfilm kijken, dan zien we componenten als revolvers, breedgerande hoeden, pijlen, indianen, paarden, enz. Geef die componenten aan een kind, liefst in de vorm van onschuldig speelgoed, en dat kind begint daarmee te spelen. Het kind zal zelf zijn eigen verhalen verzinnen, gebruik makend van die componenten. Spel is synthese, het werkt generatief. Uit spel komen verhalen, en zo maken we de cirkel rond.

Verhaal en spel, zegt Wright, hebben bovendien een verschillend emotioneel ‘palet’. Verhalen vereisen empathie en sympathie. Je kunt meevoelen met het personage in een film, wanneer zij verdrietig of gelukkig is, simuleren je hersenen zelf een gevoel van verdriet of geluk. Dat is empathie.

Spel daarentegen biedt zelfbeschikking (agency), en dat stelt je in staat om gevoelens als ontgoocheling, schaamte, of trots op te wekken. Een verhaal kan dat niet echt, een spel wel. Dat komt omdat je in een spel zelf verantwoordelijk bent voor de uitkomst. Als je faalt, dan is dat jouw falen, niet dat van een acteur. Als je slaagt, dan is dat jouw trots. Dat deed jij.

Spelen is experimenteren met de toekomst. Door allerlei mogelijke scenario’s uit te testen, en onze mogelijke toekomsten te simuleren en exploreren, zoeken we uit wat mogelijk kan werken en wat zeker gaat mislukken. Spelen maakt experimenteren met de toekomst veilig.

Alle spel is simulatie. Het stelt je in staat om je eigen mentaal model te nemen, bijvoorbeeld je mentaal model van hoe dat spelletje in elkaar zit, en ermee te experimenteren. Spel en experiment zijn praktisch hetzelfde. Een kind dat speelt volgt onbewust de wetenschappelijke methode: het stelt een hypothese over de toekomst, het voert dat experiment uit, en het vergelijkt de uitkomst met de oorspronkelijke hypothese, om daaruit te leren.

Verhalen en ‘storytelling’ draaien rond het leren van anderen, en lessen trekken uit het verleden. Spelen en games zijn een manier om uit jezelf te leren, en te experimenteren met de toekomst.

(Photo credit: Kelly Sikkema via unsplash)