De weg van de onderzoeker

8EB0B79F-85AD-4B38-81CD-644B51D9A519.JPG

We durven al eens een bleek beeld op te hangen van de huidige toestand, zoals gisteren. Maar we moeten evenwel toegeven dat overdrijving een stijlmiddel is, en veralgemening gevaarlijk.

Veel van onze boeken, en andere bronnen, bevatten diepe wijsheid, waarvan de consequenties en toepassingen meer dan één experiment waard zijn in de eigen organisatie. De ideeën zijn onuitputtelijk. Wat elders gewerkt heeft, gaat niet noodzakelijk hier en nu werken, maar de kans bestaat wel.

Maar wat, volgens ons, hapert, is een gebrek aan respect voor theorie. Theorie is datgene wat tracht uit te leggen waarom iets werkt. En het is een beetje een vies woord geworden. Iedereen wil snelle oplossingen, alsof je dat kunt kopen zoals oploskoffie. De commerciële motor denkt mee: als mensen recepten willen, dan brengen we kookboeken uit. We etaleren graag hoe praktisch en pragmatisch we wel niet zijn, en beseffen misschien niet langer dat elke handeling die we stellen voortkomt uit onze actietheorieën.

En dat geldt voor elk boek, en elke methode, hoe praktisch ook. Of het nu een cursus SAFe 5.0 is die we volgen, of het doel lezen van Eli Goldratt, er is altijd theorie onderliggend. En theorie bevat altijd veronderstellingen. Er worden ontzettend veel assumpties gemaakt in iets dat zo eenvoudig is als Scrum. Maar als je de theorie niet begrijpt, ga je ook niet begrijpen waarom het bij jou eventueel niet werkt, als het dat bij een ander wel doet. (Het antwoord is tegelijk altijd en nooit: ‘je doet het niet goed’.)

Als we een Kubernetes cluster willen opzetten, dan kopen we inderdaad een kookboek, en die zal ons helpen. Hoe ingewikkeld ook, technische informatie is vrij betrouwbaar, en vaak vrijelijk beschikbaar. Het slechtste wat ons kan overkomen is dat de recepten niet werken. Maar dat frustreert enkel onszelf.

Volledig anders is het wanneer we met menselijke, complexe systemen gaan werken. Dan wordt elke oplossing maatwerk. Laat staan wanneer we een grootschalige transformatie in een grote onderneming beschouwen.

Het probleem is niet de schaalbaarheid van de oplossing. Of we nu 3 of 30 Agile coaches inzetten maakt weinig verschil. Het probleem van complexiteit is niet het volume, ‘we hebben meer mensen nodig om op de onze medewerkers in te praten.’ Het probleem met complexiteit is dat ze niet lineair werkt. Je kunt geen duidelijk oorzaak-gevolg diagram tekenen.

Omgaan met complexiteit vereist een andere aanpak, die verschillend is van de aanpak waarmee we wolkenkrabbers en vliegdekschepen bouwen, de methode van de ingenieur. Wat we meer nodig hebben is de aanpak van de onderzoeker, van de wetenschapper. En ja, dat ruikt naar theorie.

De aanpak van de onderzoeker gaat uit van fundamentele twijfel. De wetenschappelijke methode is niettemin eenvoudig, in principe. Elke actie die we uitvoeren wordt geïnformeerd door theorie (de interessante methode in dat boek), en elke conclusie die we vooraf trekken is een hypothese. De actie zelf is een experiment, en zo zetten we het ook op.

Dat betekent dat we vooraf bepalen hoe we het succes of falen gaan meten. Een hypothese is testbaar. De vectoren die we veranderen zijn meetbaar. Als de hypothese faalt, dan leren we daaruit. Er is een goeie reden waarom laboratoria vol brandblusapparaten staan. Als het experiment mislukt, willen we het vuur snel kunnen uitdoven. Wanneer het experiment slaagt, groeit ons vertrouwen in onze theorie, en kunnen we er verder op bouwen, met nieuwe experimenten.

Als change agent ben je ook onderzoeker. Het siert je dan ook om die houding aan te nemen. Theorie in de praktijk brengen is boeiend en leerrijk, en we zullen het in de komende dagen verder exploreren. Vandaag eindigen we met de onsterfelijke woorden van Kurt Lewin, de grondlegger van wat ‘action research’ heet:

‘Er is niks zo praktisch als een goeie theorie.’

(Photo credit: Lucas Vasques via unsplash)