Een buffertje voor morgen

een buffertje voor morgen.jpeg

Deze week schreef ik elke dag een stukje in het Butterfly Camp dagboek. Dat kostte wel wat tijd.

Het proces is eenvoudig. Nieuwe ideetjes kunnen op elk moment opduiken. Ik vang ze in een app die Drafts heet. Eén keer per dag gaan ze in de inbox van de app waarin ik de stukjes volledig uitschrijf en klaarmaak. Die heet Ulysses, en heeft een vlinder in het logo, hoe passend. Na het schrijven, en een klein redactieproces, publiceer ik het stukje in het Butterfly Camp dagboek op Squarespace, samen met een passend beeldje. Als laatste stap deel ik het stukje via LinkedIn en Twitter, om het met de wereld te delen. Dus er zijn 4 stappen in dit procesje:

  1. Drafts — vangen
  2. Ulysses — schrijven
  3. Squarespace — publiceren
  4. LinkedIn — delen

De moeilijkste stap in dit proces, en de stap die veruit het meeste tijd kost, is het schrijven zelf, stap 2. Ik ben geen doorwinterde broodschrijver, en geen goochelaar met taal. Ik moet elke zin wikken en wegen, en ondertussen in de gaten houden dat ik ook ergens naartoe aan het werken ben, dat er een boodschap is. Zo’n kort stukje als dit, waar ik oorspronkelijke een half uurtje voor had gebudgetteerd, blijkt nu gemakkelijk elke dag een uur te kosten. Ik schrijf niet in één keer van begin tot einde. Het is een puzzel van losse ideeën, en dat puzzelen kost wel wat tijd. Ik schrijf alles ook 2 keer: één keer om het uit mijn hoofd te halen en dan opnieuw, te goei.

Op zich is dat geen probleem, want ik doe het graag. Ik schrijf elke ochtend, als onderdeel van mijn vaste ochtendroutine. Maar wat als ik me eens overslaap? Wat als ik een avondje uit ga, en ’s morgens helemaal niet vroeg op wil? Dan is de kans groot dat er die ochtend niks klaar is voor ik naar het werk moet vertrekken. Dan moet ik ’s avonds schrijven, wanneer ik er de energie niet meer voor heb, en dan gaat het pijn doen. Dat wil ik niet.

Maar als stap 2 niks oplevert, dan kan stap 3 niet aan het werk. En dan valt het hele proces stil. Stap 2 is dus overduidelijk de beperkende factor, de bottleneck, de constraint. Tussen stap 1 en stap 2 heb ik een grote buffer: ik heb meer ideeën dan ik kan uitwerken. Mijn backlog wordt elke dag langer. Voor mij is dat geen probleem, het zijn allemaal slechts opties. Het point of commitment wordt pas overschreden waneer ik er een ideetje uithaal om te beginnen schrijven. Je zou kunnen zeggen dat stap 1 niet echt deel uitmaakt van het proces zelf. Ik beschouw de lijst van ideetjes niet als work-in-progress.

Enkel vanaf stap 2 ben ik committed. Ik investeer tijd in het schrijven, en die tijd wil ik maximaliseren door een zo groot mogelijke doorstroming van nieuwe stukjes te bereiken. De throughput zo hoog mogelijk maken. Voor stap 4 hoef ik niet echt een buffer aan te leggen. Stap 4 kan het tempo van stap 3 gemakkelijk volgen. Stap 4 kost welgeteld 1 minuut tijd. Stap 3 kost me nu ongeveer 10 minuten, voornamelijk omdat ik twijfel over de foto die ik bij het stukje wil plaatsen.

Ik besefte al snel dat ik voor stap 3 ook een buffer nodig heb. Ik kan vandaag voor vandaag schrijven, of ik kan vandaag schrijven voor morgen. Zo heb ik een reserve voor een off-day. Prima.

Maar dit roept al snel vragen op.

  • Hoeveel buffer moet ik precies aanleggen? Wat als ik een weekje op verlof vertrek? Wat als een stevige griep me overvalt? Is 1 reservestuk wel voldoende?
  • Kan ik schrijven in batches? M.a.w. de zondag stukjes schrijven voor de hele week, en dan 1 voor 1 publiceren doorheen de week.

Elk stukje waaraan ik begin te schrijven, of dat op publicatie ligt te wachten is work-in-progress. Je kunt het ook voorraad (inventory) noemen. Het is geïnvesteerde tijd die niks ligt op te brengen. Gelukkig, in dit nietszeggende procesje, kost het me weinig. Ik moet geen schuurtje huren om het op te slaan. Het belangrijkste risico dat ik loop is dat de stukjes die liggen te wachten niet meer zo vers en tijdelijk lezen. Een klein risico, want dit is geen journalistiek.

Maar toch opteer ik om het just-in-time principe te huldigen. Ik leg een buffertje aan voor 1 dag, maar niet meer. Het is beslist.

Trouwens, voorlopig is dit luxe, want vandaag schrijf ik nog voor vandaag. En dit stukje moet nu af.

(Foto: Butterfly Camp. Het station van Eppegem, in alle vroegte, waar je me elke werkdag om 8u23 kunt aantreffen op perron 4.)