Haal het uit je hoofd

Image 25.JPG

In 1956 publiceerde de psycholoog George Miller een artikel dat "The Magical Number Seven, Plus or Minus Two: Some Limits on Our Capacity for Processing Information" heette. Miller verrichtte onderzoek naar de limieten van het kortetermijngeheugen. Hij concludeerde onder andere dat informatie in de hersenen niet gestockeerd wordt in bits, zoals in een computer, maar eerder in chunks, kleine informatiepatronen. Hij merkte op dat het aantal van die chunks die we op elk gegeven moment tegelijk in ons kortetermijngeheugen kunnen vasthouden zeer gelimiteerd is. Afhankelijk van de situatie lag het ergens tussen 5 en 9, wat meteen het ‘magische getal zeven’ opleverde. Recenter onderzoek van Nelson Cowan reduceerde dat nummer verder tot 4.

Of het nu 4 of 7 is laat ik aan de wetenschap, maar het is duidelijk dat ons werkgeheugen, waarmee onze bewuste ik aan de slag moet, een zeer gelimiteerde capaciteit heeft om aan verschillende dingen tegelijk te denken.

Anderzijds worden we elke dag geconfronteerd met de drukte van een Westers leven, en zijn er honderden dingen waaraan we moeten denken: dat rapport voor Jean-Marc, dan lunch met Estelle, en daarna 3 meetings, de kinderen op tijd van school halen, oma die ziek is, onze auto moet volgende week binnen voor onderhoud, het belastingsformulier moet binnen. Vergeten is menselijk, veelal zonder gevolgen, en soms diep tragisch, wanneer mama kleine Robbie op de achterbank vergeet in een bloedhete auto.

Al die dingen stapelen zich op in je hoofd. Je loopt niet enkel het risico om ze te vergeten, ze zorgen ook voor een constante afleiding wanneer je je tracht te focussen op één enkele taak. Je hersenen doen namelijk hun uiterste best om je op tijd en stond aan alles te herinneren. En wanneer je diepe concentratie nodig hebt, werkt dat enorm storend.

Als je een taak of een idee hebt dat je niet mag vergeten, maakt niet uit hoe klein, zorg er dan steeds voor dat die in je externe brein terecht komt. Schrijf het op, dicteer het, maakt niet uit, maar haal het uit dat hoofd. Doe dat voortdurend. Telkens als er iets in je opkomt dat nog moet gebeuren.

David Allen, die de Getting Things Done methode ontwikkelde, begint zijn seminars steevast met dezelfde oefening: neem 15 minuten de tijd en schrijf alles op wat je nog moet doen, in alle aspecten van je leven, op korte en op lange termijn, zelfs de dingen die je ooit wenst te doen, maar weet dat je er de eerste jaren niet aan toe komt: werk, vrije tijd, huis, familie, vakantie, financiën, gezondheid, huisdieren,… Maak een lange lijst, schrijf werkelijk alles op. Na zo’n oefening eindig je meestal met tientallen, misschien zelfs een paar honderd lijnen.

Probeer het zelf maar eens, de komende 15 minuten, het is een leuke oefening. Zet jezelf een kleine timer. Gewoon even op papier zetten wat je nog allemaal te doen hebt geeft een enorm bevrijdend gevoel. Niet alleen dat, ik garandeer je dat je je de eerstvolgende taak daarna optimaal kunt concentreren op waar je mee bezig bent. Want je hebt niks meer te verliezen, alles staat veilig op papier.

Uiteraard ben je nu nog niet klaar. Al die dingen moeten nu nog georganiseerd worden, want je wil ze ook effectief allemaal doen. Maar daar komen we later op terug.

(Photo credit: Tim Gouw via unsplash)